zaterdag 25 februari 2012

De geheime code van de E-nummers


Zo af en toe is er ophef over de E-nummers in onze voeding. E-nummers komen vrijwel in alle bewerkte voedingsmiddelen voor. Met name de groep AZO-kleurstoffen, de smaakversterker E621 en de zoetstof E-951 zijn omstreden, maar toch worden ze door Europese Voedsel en warenautoriteit (EFSA) als veilig beoordeeld. Wat zijn het, waarom is er onrust over E102, E-621 en E-951?

E-nummers: wat zijn het?
E-nummers zijn stoffen die aan voedingsmiddelen worden toegevoegd om ze te verbeteren, bijvoorbeeld om ze langer houdbaar te maken, een betere smaak, uiterlijk of een mooiere kleur te geven. E-nummers worden pas toegestaan als vastgesteld is dat ze veilig zijn. Er wordt altijd een bovengrens voor een aanvaardbare inname per dag berekend, waarbij uitgegaan wordt van de meest kwetsbare groep. Zie ook bij Berichten voedingsonderzoek vaak lariekoek, Schippers op dwaalspoor. Hoewel veel consumenten het niet verwachten zijn dit toch de best onderzochte voedingsstoffen die onze voeding bevat. Waarom dan toch de angst?

E-nummers omstreden?
Regelmatig komen er verhalen in de media over de schadelijkheid. Zo vertelde Wil Jansen, schrijver van het boek “Wat zit er in uw eten” in een uitzending van TROS Radar dat E-102 ADHD en eczeem zou veroorzaken, de smaakversterker E-621 zou de eetlust bevorderen en E-951 zou hersentumoren kunnen veroorzaken. Hoe zit dit nu met deze stoffen?

AZO-kleurstoffen,  ASO-effecten?
De gele kleurstof E-102 Tartrazine behoort tot de AZO-kleurstoffen.  In meerdere onderzoeken kon geen relatie worden aangetoond tussen het gebruik van AZO-kleurstoffen en ADHD, maar er is ook geen bewijs dat deze er niet is. Ook zijn er geen allergische reacties aangetoond door het gebruik van tartrazine, maar mensen die allergisch zijn voor salicylaten kunnen wel een overgevoeligheidsreactie ervaren bij het gebruik van tartrazine. Ook kan het bestaande allergische reacties wel versterken. Tartrazine kan astmatische aanvallen verergeren bij mensen die hiervoor gevoelig zijn, maar dit is niet bij iedere astmapatiënt is het geval.

Chinese-restaurant-syndroom
De smaakversterker E-621 is ook wel bekend als mononatriumglutamaat (MSG), natriumglutamaat, ajinomoto en ve-tsin. Het wordt veel verwerkt in oosterse gerechten en wordt dan op het etiket vermeld als ajinomoto of ve-tsin. De smaak van natriumglutamaat wordt als de vijfde smaak umami aangeduid, naast zoet, zout, zuur en bitter. Natriumglutamaat is een zout van glutaminezuur, een van de 20 aminozuren waaruit eiwitten zijn opgebouwd. Het menselijk lichaam kan zelf ook glutaminezuur maken, zodat het niet nodig is om dit aminozuur met de voeding op te nemen. Glutaminezuur komt van nature voor in vlees, vis, melk en melkproducten en granen.
E-621 werd verantwoordelijk gehouden voor het Chinese-restaurant-syndroom, waarbij klachten werden gerapporteerd als duizeligheid, flauwte en hartkloppingen, maar hier is nooit wetenschappelijk bewijs voor geleverd.

Zoetmaker
De smaakstof E-951, bekend als aspartaam, is opgebouwd uit de aminozuren asparaginezuur en fenylalanine. Mensen die aan fenylketonurie (PKU) lijden dienen aspartaam te mijden, omdat zij geen fenylalanine kunnen afbreken.   
Van aspartaam wordt beweerd dat het kanker zou veroorzaken, maar het onderzoek waarin dit werd aangetoond was onzorgvuldig opgezet. Omdat deze publicatie veel onrust veroorzaakte, heeft de Europese Voedsel en Warenautoriteit (EFSA) deze stof opnieuw bekeken en ze is als veilig geclassificeerd.

Voedingsindustrie en overheid
De voedingsindustrie is verplicht om alle ingrediënten op het etiket te vermelden, maar E-nummers roepen bezorgdheid op bij consumenten. Daarom kiezen fabrikanten steeds vaker om de stofnaam in plaats van het E-nummer in een onleesbaar klein lettertype op het voedingsmiddel te vermelden, waardoor de consument het vaak niet kan lezen. Hierdoor krijgen angstgoeroes vrij spel om het wantrouwen van het publiek ten aanzien van de E-nummers verder aan te wakkeren. In de uitzending van TROS Radar werd gepleit voor strengere regels voor de vermelding van E-nummers op het etiket en dat de veiligheid van deze stoffen opnieuw onderzocht moet worden.
Gelukkig heeft de EFSA al gepland om de veiligheid van alle E-nummers opnieuw te beoordelen en de beoordeling van aspartaam heeft al plaatsgevonden.

En de consument dan?
Consumenten die bezorgd zijn over de E-nummers kunnen hier meer informatie vinden over de veiligheid van deze stoffen. Maar als iemand een stof niet goed verdraagt zal het door de onduidelijke etiketten lastig zijn om goed uit te zoeken of een voedingsmiddel wel of niet veilig gebruikt kan worden. Daarvoor is echt specialistische hulp van de diëtist vereist, omdat er geen andere professionals zijn die hiervoor zijn opgeleid. En dat is opnieuw een reden om ervoor te pleiten dat het wegbezuinigen van de dieetzorg uit het basispakket wordt teruggedraaid, want de diëtist kan u helpen om de geheime codes van de E-nummers te ontrafelen.

donderdag 16 februari 2012

Berichten voedingsonderzoek vaak lariekoek, Schippers op dwaalspoor


Op 16 februari meldde de Metro dat voedselonderzoeken vaak lariekoek zijn. Door allerlei tegenstrijdige berichten weet de consument niet wat wel- en wat niet gezond is. Dit verschijnsel wordt ook wel aangeduid als Epidemiologische verwarring. En dan hebben we een minister die het allemaal niet duidelijker maakt. Daarom een inkijk in voedingsonderzoek, de vertaling van onderzoeksuitkomsten naar voedingsadviezen, ontbreken van inzicht van minister en een praktijkgeval van marktwerking in de voedingszorg.

Media dragen bij aan verwarring consument
Vaak worden resultaten van voedingsonderzoek in de pers gepresenteerd als oorzaak-gevolg-relaties, zoals “Wijn kan hart en vaatziekten voorkomen”, terwijl de onderzoekers concludeerden dat er minder hart- en vaatziekten voorkomen bij mensen die een paar glazen wijn per dag drinken. Deze conclusie komt uit een studie naar de voedingsgewoonten van een bepaalde groep met dezelfde kenmerken (leeftijd, geslacht, gewicht, lengte, enz.) en het aantal mensen binnen die groep die aan bepaalde ziekten lijden.
Als de krant een week later vermeld dat het drinken van wijn kanker veroorzaakt  snapt de consument niet meer of de wijn nu aan- of afgeraden wordt. Een oorzaak-gevolgrelatie naar het effect van een bepaalde voedingsstof of voedingsmiddel kan wel worden uitgevoerd, maar is moeilijk.

Vele (voedings)factoren spelen een rol
Een voedingsmiddel bestaat uit vele voedingsstoffen, zoals eiwit, vet, koolhydraten, vitamines, mineralen, water, etcetera. Combinaties van voedingsmiddelen en voedingsstoffen kunnen elkaar beïnvloeden. Daardoor is het moeilijk om aan te geven welk onderdeel van het voedingsmiddel aanleiding is voor het effect. De resultaten worden ook beïnvloed door andere factoren, zoals erfelijkheid, medicijnen, homeopathische middelen, kruidenpreparaten, voedingssupplementen, roken, enzovoorts. Als er echter voldoende bewijs is voor een effect van voedingsmiddel wordt in Nederland door het RIVM een afweging gemaakt tussen de voor- en nadelen van consumptie.

Afweging gezonde en ongezonde effecten
Hiervoor wordt gekeken bij welke boven- en ondergrens van inname er gevaar dreigt voor de gezondheid voor de verschillende leeftijdsgroepen en zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven. Deze uitkomsten worden vergeleken met innamegegevens uit de meest recente voedselconsumptiepeiling. Vervolgens worden deze getallen verwerkt in een algemeen advies waarbij rekening wordt gehouden met de kwetsbaarheid van sommige groepen. Een voorbeeld hiervan is te vinden in de blog “Energydrinks maken vleugellam”.

Voedsel is veilig, bevolking kiest verkeerd
In het rapport “Ons eten gemeten” uit 2004 blijkt dat ons eten nog nooit zo veilig was als nu, maar dat overgewicht toeneemt doordat consumenten te weinig groente en fruit en vis en te veel (verzadigd) vet en suiker eten. Uit de laatste voedselconsumptiepeiling blijkt dat dit nog steeds geldt en preventieve maatregelen zijn nodig. Maar helaas zit de politiek op een dwaalspoor.

Minister draagt bij aan epidemiologische verwarring
De minister van VWS is echter van mening dat er voldoende kennis is over voeding bij de bevolking en dat overgewicht beter aangepakt kan worden door te bezuinigen op preventie en 70 miljoen uit te geven aan sportcoaches om het overgewichtsprobleem aan te pakken.
Onderzoek leert echter dat preventie door een combinatie van massa-mediale campagnes en wijkgerichte interventies waarbij ook aandacht is voor voeding hierverbetering zouden kunnen brengen, maar hiervoor is meerjarenbeleid nodig dat langer duurt dan vier jaar.

Wat nu te doen?
Op de website van het Voedingscentrum zijn algemene adviezen te vinden. Voor persoonlijke vragen over gewichtsbeheersing kunt u terecht bij de gewichtsconsulent. Wanneer u echter medicijnen gebruikt of er is sprake van een ziekte kunt u het beste een advies aanvragen bij de diëtist. Hiervoor heeft u vaak een aanvullende verzekering nodig, want de dieetzorg is uit het basispakket wegbezuinigd. Voedingswetenschapper Jaap Seidell en hoogleraar huisartsengeneeskunde Jaap Binsbergen stuurden een brandbrief aan de Nederlandse Vereniging van Diëtisten om hun bezorgdheid hierover te uiten. De diëtisten spannen een kort geding aan tegen minister Schippers om dit terug te draaien, omdat veel zieke mensen hierdoor tekort worden gedaan.
Mevrouw Schippers hoopt echter dat marktwerking in het algemeen tot lagere zorgkosten zal leiden.

Waar marktwerking toe kan leiden
In de VS, het land van de onbegrensde mogelijkheden, opende de arts John Basso in 2005 de Heart AtackGrill. Hier worden zeer vette en calorierijke maaltijden aangeboden met namen zoals de Single, de double, de triple en de Quadruple  Bypass Burger. Als een bezoeker zwaarder weegt dan 160 kg mag hij hier gratis eten. Dat het restaurant zijn naam eer aandoet blijkt uit dit filmpje.
Marktwerking in de zorg: De zorg die de man uit het filmpje nu nodig heeft is duurder dan wanneer eerder was ingezet op preventie. Gelukkig kunnen de aandeelhouders veel winst incasseren en er leuk van uit eten gaan…

donderdag 9 februari 2012

Vettax: vervuiler betaalt


Steeds meer bedrijven merken dat ongezond levende werknemers vaker ziek zijn en daardoor voor productieverlies zorgen. Op 9 februari meldde het Algemeen Dagblad dat Connexxion vindt dat werknemers met een hoog ziekteverzuim door een ongezonde leefstijl ontslagen moeten kunnen worden. Nog geen maand geleden plaatste Connexxion snoepautomaten in 50 bussen in de regio Amsterdam. In deze bussen is het echter verboden om zelf meegebrachte etenswaren te nuttigen. 
Tijd voor een duurzaam gezondheidsbeleid en een alterrnatieve vettax…      

Dwingen en betuttelen
Peter Paul Witte, HR-directeur van Connexxion, wil werknemers met een hoog ziekteverzuim door een ongezonde leefstijl verplichten tot het meedoen aan bedrijfsfitness en andere gezondheidsprogramma’s. Als de werknemers dit weigeren wil Witte het recht hebben om hen te kunnen ontslaan. Dit riekt naar betutteling en laat onze minister voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport daar nou tegen zijn…
Hoe kan Connexxion haar werknemers stimuler
en om gezonder te leven?

Aanbieden van gezonde alternatieven
Werkgevers kunnen bedrijfsfitness, gratis werkfruit, een gezonde bedrijfskantine en een fietsplan, waarbij de werknemer eens in de zoveel jaar een fiets mag kopen op kosten van de baas, aan hun personeel aanbieden. Werknemers die aan het fietsplan deelnemen krijgen geen reiskostenvergoeding voor het vervoer naar en van het werk, omdat ze daarvoor een fiets hebben gekregen.
Bij economische crises zijn dit arbeidsvoorwaarden waar gemakkelijk op wordt bezuinigd, terwijl er betere manieren zijn om in gezondheid te investeren.

Crisisbestendig preventiebeleid
In een duurzaam gezondheidsplan laat je niet alleen de werkende bevolking profiteren van maatregelen om gezonder te leven, maar je richt het beleid op alle burgers. Zo kan fietsen aangemoedigd worden door de aanleg van veilige (snel)fietspaden en een beter aanbod van bewaakte fietsenstallingen. Gebouwen worden zo ontworpen dat de trap gemakkelijker te vinden is dan de lift. In het onderwijs behoren sport, bewegen, voeding en leefstijl onderdeel te zijn van ieder onderwijscurriculum.
Maar voeding is een hoofdstuk apart binnen preventiebeleid.

Gezonde keuze gemakkelijker maken
Betrouwbare informatie over voeding dient gemakkelijk en dichtbij huis  toegankelijk te zijn voor iedereen en niet zoals nu het geval is dat het Voedingscentrum doorverwijst naar de gewichtsconsulent en de diëtist die wegbezuinigd is. Gezonde voedingsmiddelen zouden beter herkenbaar moeten zijn door duidelijke en leesbare informatie op het etiket van bewerkte voedingsmiddelen. Ook de gezonde bedrijfs-, school-, en sportkantine moet meer worden gepromoot.
Maar de obesogene omgeving dient ook aangepakt te worden.

Vettax: de vervuiler betaalt
Ik stel voor om een vettax in te voeren volgens het principe “De vervuiler betaalt”. Zo dient er vetbelasting te worden geheven op het plaatsen van snoepautomaten bij de bedrijven die deze apparaten verkopen, de instanties die toestemming geven voor het plaatsen en de eigenaar van het gebouw of het terrein waarop deze automaat wordt geïnstalleerd. De vettax stijgt evenredig met de gemiddelde tijdsduur die een bezoeker doorbrengt op de plaats waar deze automaat staat. Het geld van deze belasting wordt  geoormerkt en gebruikt voor preventie.

Voordelig voor Connexxion
Volgens deze regels moet Connexxion dan ook extra belasting betalen, omdat ze hun werknemers en hun klanten gedurende langere tijd aan de verleiding van het snoep (kopen en eten) blootstellen.
Voor Connexxion is dit en maatregel met veel toekomstperspectief, want de (school)kinderen die ze nu vervoeren zouden ook wel eens hun toekomstige werknemers kunnen worden…

woensdag 1 februari 2012

Preventie is als slagroom


Het is een beetje vreemd, maar slagroom en preventie van overgewicht hebben meer raakvlakken dan gedacht. Maandagochtend 30 januari ’12 kopte het Algemeen Dagblad dat Minister Schippers bezorgd is over de toename van overgewicht. Ze vindt dat het gemakkelijker moet worden voor mensen om uit de luie stoel te komen. Het rapport Nederland de Maat Genomen meldt een forse toename van overgewicht. Uit meerdere onderzoeken blijkt dat alleen bewegen niet leidt tot gewichtsverlies, maar dat dit gecombineerd dient te worden met een persoonlijk aangepast voedingsadvies. De minister bezuinigt echter fors op preventie en dieetzorg… met drastische gevolgen. Slagroom is een luxe voedingsmiddel en de overheid lijkt preventie van overgewicht ook als een luxe te beschouwen. Wat is de aanleiding voor deze berichten?

Belangrijkste bevindingen uit dit rapport
Uit het rapport Nederland de Maat Genomen blijkt dat bijna de helft van de mannen en een op de drie vrouwen te zwaar is. Zowel bij de mannen als de vrouwen had één op de acht obesitas. Een te dikke buik kwam bij ongeveer een op de vijf mannen en twee van de vijf vrouwen voor. 6% van de mannen en 5% van de vrouwen leed aan diabetes. Een kwart van deze personen wisten niet dat zij deze ziekte hadden.
In het hele rapport komt het woord “dieet” niet voor. Wat zeggen andere rapporten?

Meerdere adviezen
In het rapport “Preventie van welvaartsziekten” wordt opgemerkt dat “gemeenten en zorgverzekeraars gezamenlijk dienen op te trekken om gezondheidsproblemen in de wijk aan te pakken”. Zie ook "Levensverwachting laagopgeleiden kan worden verbeterd". In het rapport “Effect van verandering in de energie-inneming oplichamelijke activiteit op het lichaamsgewicht” wordt onder andere geconcludeerd dat “Beleid gericht op afvallen ook aandacht dient te hebben voor het voedingspatroon.” In de Gezondheidsnota  staat op pagina 3 dat mensen leven “in een omgeving waarin de gezonde keuze gemakkelijk is”. De minister wil niet betuttelen want mensen zijn voldoende geïnformeerd om gezonde keuzes te maken op voedingsgebied, maar dat klopt niet. Er is echter meer samenwerking op lokaal en landelijk niveau nodig en voeding dient daar een belangrijk onderdeel van uit te maken. Voedingsvoorlichting gericht op preventie van overgewicht is pas dertig jaar oud.

Een lesje geschiedenis
In 1981 introduceerde het Voorlichtingsbureau voor de Voeding (de voorganger van het Voedingscentrum) de maaltijdschijf, omdat het accent in de voedingsvoorlichting meer naar het voorkomen van welvaartsziekten diende te verschuiven. Helaas verkeerde ons land toen ook in een economische crisis en voor de weinig beschikbare vacatures voor diëtisten meldden zich meer dan 100 sollicitanten. Er waren voldoende mensen die voedingsinformatie konden geven, maar de overheden trokken er (ook toen al) geen geld voor uit.
De maaltijdschijf en de opvolgers ervan zijn nooit zo bekend geworden als de schijf van vijf die op in 1981 al dertig dienstjaren had. En in de loop van de daarop volgende dertig jaar (1981-2011) nam het overgewicht gestaag toe, terwijl er zeven jaar geleden een convenant werd gesloten…


Convenant gezond gewicht
In 2005 (tijdens een van de vorige economische crises) werd het Convenant Gezond Gewicht opgericht. In deze werkgroep is de voedingsindustrie rijk vertegenwoordigd, terwijl voedingskundigen nauwelijks worden gehoord. Zoals gebruikelijk tijdens perioden van recessie werd er toen ook bezuinigd op preventie. En nog steeds zijn voorlichting en preventie luxe activiteiten die vooral niet te groots moeten worden aangepakt. Vandaar dat het Convenant Gezond Gewicht op 30 januari ’12 de Nationale Balans Top heeft georganiseerd in … Madurodam.
Het accent van deze bijeenkomst lag vooral op het promoten van de publiek-private samenwerkingsverbanden en het verbeteren van de omgeving voor de schooljeugd. Maar die omgeving was toch al gezond, of begrijp ik het niet goed?

De omgeving en de overheid
De schrijvers van de Gezondheidsnota denken wel dat de omgeving gezond is maar de realiteit is anders. Denk maar eens aan de pas geïntroduceerde snoepautomaat in de bus, waar het niet toegestaan is om je zelf meegebrachte boterham of appel te nuttigen. De overheid hanteert de eigen-schuld-dikke-bult-politiek en past de minimale interventie strategie (MIS) toe. MIS is roepen dat het probleem heel erg is, maar dat de doelgroepen dit aan zichzelf te wijten hebben. En zittend in het pluche achter een stapel rapporten en gebruik makend van oneliners zonder inhoud pleit de minister van VWS zichzelf vrij van het nemen van verantwoordelijkheid voor dit probleem.

Voedingsadviezen door anderen
Edith Schippers vindt dat voedingsadviezen evengoed door anderen gegeven kunnen worden dan de diëtist. De diëtist is wegbezuinigd en de zorgvragers worden overgeleverd aan lager gekwalificeerd en soms zeer ondeskundige commerciële zorgaanbieders die graag hun supplementen aan de man/vrouw brengen met alle gevolgen van dien. De minister heeft hiermee als doel om de zorgkosten op langere termijn te drukken. Wie haar dit heeft voorgespiegeld, heeft kennelijk op deze manier leren rekenen. Omdat de diëtist niet meer vergoed wordt zullen patiënten vaker een beroep doen op duurdere zorg die gelukkig wel wordt vergoed. En door dit (ontbreken van) beleid zal hier vaker gebruik van gemaakt worden. Met andere worden de baten leiden tot meer kosten.

Moraal: preventie en slagroom
Voeding is een eerste levensbehoefte, maar goede voedingsadvisering en preventie van welvaartsziekten wordt door de overheid als luxe gezien. Zodra de economie ietwat hapert wordt er gelijk gekort op preventie, omdat de opbrengst hiervan op korte termijn minder zichtbaar is. Kennelijk ziet de overheid preventie van overgewicht als slagroom.
Voor slagroom op de koffie moet extra worden betaald en als je kosten wilt besparen laat je de room dus weg.
En de preventiewerkers??? Ach, voor de overheid zijn we toch wegwerpmensen