donderdag 26 juli 2012

Olympische verwarring


Op 27 juli gaan de Olympische Spelen weer van start. Vorige week meldde ik dat er binnen de sport te weinig aandacht is voor sport-specifieke voeding, maar een wetenschappelijk tijdschrift berichtte dat het bewijs voor de gunstige effecten van sportsupplementen ontbreekt. Hier werd voornamelijk gekeken naar het nut voor de gewone consument, maar de vraag of sportvoedingspreparaten en sport-specifieke supplementen wel voordeel kunnen bieden aan (top)sporters bleef echter onbeantwoord. Beide berichten spreken elkaar tegen en dat leidt tot een Olympische verwarring.
Wat zegt de Europese Voedsel en Warenautoriteit, het EFSA en het NOC*NSF? Hoe luiden de voedingsadviezen voor sporters?

Voedingsadviezen voor de verschillende typen sporters
Een recreatiesporter die 1 à 2 uur per week aan zijn sport besteedt, kan volstaan met de Richtlijnen Goede Voeding.
Bij de wedstrijdsporter die 7 tot 10 uur per week traint, is het afhankelijk van de tak van sport of er specifieke adviezen nodig zijn. Een dammer of een schaker kan heeft ook voldoende aan een goede basisvoeding, maar een wielrenner of een judoka die zoveel traint, kan voordeel hebben bij extra voeding en/of vocht. Een topsporter die 3 tot 6 uur per dag met zijn sport bezig is kan doorgaans niet voldoende binnen krijgen als hij zich beperkt tot basisvoedingsmiddelen.  

Wat is er extra nodig?
Een duursporter heeft zijn brandstofreserves na anderhalf uur intensieve arbeid  opgebruikt en moet dan ‘tanken’. Een wielrenner heeft geen tijd om stilstaand een boterham en een banaan te nuttigen en rustig een beker water te drinken. Een energiereep kruimelt minder en is gemakkelijker vast te houden, want op de fiets moet je ook gelijk kunnen sturen en remmen.
Een krachtsporter heeft extra eiwit nodig voor de opbouw en herstel van spierweefsel, omdat hij tijdens zijn sport spierweefsel afbreekt.
Tijdens inspanning loopt de lichaamstemperatuur op en de sporter gaat zweten. Daarom is extra vochttoevoer noodzakelijk. Dit geldt zelfs voor vierdaagse-lopers en amateurtennissers. Wanneer er onvoldoende gedronken wordt ontstaat uitdroging.
Cohen geeft in haar overzichtsartikel in het British Medical Journal dat sportsupplementen niet werken en dat uitdroging geen ziekte is, maar dit filmpje toont geen gezonde situatie. Maar er zijn ook andere meningen.  

Werkzame supplementen volgens NOC*NSF vergeleken met EFSA-claims
De commissie Wetenschappelijke Ondersteuning Topsport van NOC*NSF heeft een overzicht van werkzame supplementen voor sporters in een factsheet op haar site geplaatst. Vergelijking van dit overzicht met de toegekende claims van de Europese Voedsel en Warenautoriteit de EFSA leert dat de volgende claims voor (top)sporters zijn erkend: cafeïne verbetert de alertheid; dagelijks gebruik van 3 g creatine heeft een positief effect bij sporters die explosieve krachtsinspanningen gedurende een kort moment moeten leveren en wei-eiwit zorgt voor een snellere aanmaak van spierweefsel en een beter herstel na krachttraining. De EFSA concludeert ook dat vitamines en mineralen zinvol zijn bij de behandeling en ter voorkoming van een slechte voedingsstatus. Topsporters hebben door hun energiegebruik een verhoogde behoefte aan vitamines en mineralen die ze met een goede voeding binnen kunnen krijgen, maar wanneer dat niet lukt is aanvulling nodig.
En in tegenstelling tot berichtgeving in de media en het British Medical Journal van 18 juli 2012 vindt EFSA dat gebruik van isotone sportdranken het duurvermogen bij duursporters verbetert, maar ze zijn niet bedoeld voor de gewone consument.
Béta-alanine, glucosamine/chondroïtine, probiotica en quercitine staan ook op de factsheet werkzame supplementen van NOC*NSF vermeld, maar de beoogde effecten worden niet door de EFSA bevestigd. Waarom worden ze dan toch door het NOC*NSF als werkzaam beschouwd?

Bridging the gap
Er zijn onderzoeken waarin een gunstige werking voor (top)sporters van béta-alanine, glucosamine/chondroïtine, probiotica en quercitine wel wordt bevestigd. Binnen de topsport gaat het om details: 0,001 seconde is het verschil tussen winnen en verliezen. Sporters en hun begeleiders zijn altijd op zoek naar beter en er wordt ingezet om de lacune tussen ervaring en bewijs te overbruggen en het bewijs te bekrachtigen.
Een topsporter die supplementen wil gebruiken doet er verstandig aan om zich door een sportarts en diëtist te laten adviseren, ongeacht het niveau waarop hij of zij zijn of haar sport beoefent. En voor de sporter die in aanmerking kan komen voor dopingcontroles geldt natuurlijk altijd “gebruik NZVT!”
Maar voor de recreatiesporter en de consument hebben doorgaans geen aanvullingen nodig.

De Olympische ontwarring
Omdat sporters bepaalde voedingssupplementen gebruiken denkt de consument al gauw dat het gezond is. Zo wordt sportdrank massaal verkocht en zelfs kinderen krijgen het onder het mom van “gezond”, maar een glas Cola, 7-up of vruchtensap bevat evenveel suiker als een glas sportdrank.
Mensen die weinig bewegen en kinderen kunnen beter water of thee zonder suiker als dorstlesser nemen. 



Meer weten over sportvoeding? Kijk dan ook eens op mijn website
Met ingang van 1 januari 2013 zal deze blog alleen weergegeven worden op mijn website

donderdag 19 juli 2012

Sportprestaties en sportvoeding


Nog een paar dagen en dan finisht de Tour de France in Parijs. Dit grootste wielerevent wordt vaak overschaduwd door dopingverhalen, want “op een boterham met pindakaas red je het niet”, zo is de algemene opinie. Doping kan ervoor zorgen dat de menselijke motor wordt opgevoerd en het kan schadelijke bijwerkingen hebben. En wie zich niet aan de dopingregels houdt kan altijd ingehaald worden door de waarheid. Bovendien kun je een motor wel ombouwen zodat hij meer vermogen kan leveren, maar zonder de juiste brandstof en voldoende koeling rijdt ‘ie niet ver. Met een goede timing van de voeding- en vochtinname is het ook mogelijk voor topsporters om boven zichzelf uit te stijgen. Ook tijdens extreme sportprestaties…  

Tour de France haalbaar voor “gewone fietsers”
De Tour de France bestaat uit 21 etappes en de totale afstand bedraagt dit jaar 3479 km. Gedurende de ruim drie weken zijn er twee rustdagen ingelast. De Tour de France is de zwaarste wielerwedstrijd ter wereld. De wielrenners gebruiken veel energie en hebben extra voedingsstoffen nodig en Harm Kuipers vertelde hier ook al over in de Avondetappe van 16 juli 2012. Menigmaal werd geopperd dat de Tour niet haalbaar is voor gewone fietsers, maar dit jaar rijdt de ploeg van de Nederlandse sportarts Tessa Backhuijs dezelfde routenadat de Tourkaravaan deze de dag ervoor heeft aangedaan. In haar blog vertelt zij kort hoe het met de voeding is geregeld en vertelt zij over de fietservaringen. Toch kan het nog extremer…

Elke dag een marathon
Richard Bottram liep in de periode 2006-2007 en van 10 oktober 2010 tot en met 10 oktober 2011 elke dag een marathon; dus 365 marathons. Hij deed dit op eigen kracht, zonder doping en om dit te bewijzen liet hij zich op onverwachte momenten door de Dopingautoriteit controleren. Tijdens beide perioden is er geen positieve test door hem afgeleverd. Richard Bottram behoort tot de groep 100procent Dopefree-ambassadeurs.
Richard Bottram ondernam deze acties om aandacht en geld te vragen voor de psychosociale begeleiding van  mensen met kanker en hun naasten. Andere events waarbij sport ingezet wordt om geld in te zamelen voor onderzoek en zorg voor mensen met kanker zijn onder andere de RoParun en Alpe d’Huzes. Binnen deze beide events wordt vaak deelgenomen door mensen die zelf met kanker werden geconfronteerd of bij dierbaren in hun eigen omgeving.
Ook voor deze extreme prestatie is een goede sportvoedingskundige aanpak nodig.

Sportvoedingsadvies op maat
Iedere sport vereist een eigen aanpak en dat geldt ook voor de individuele sporter. De hongerklop en te weinig drinken kunnen de prestatie ondermijnen. Vaak wordt er bij sportvoeding alleen gedacht aan sportvoedingssupplementen, terwijl er nog heel veel winst geboekt kan worden met de basisvoeding. Sporters dienen al vanaf het begin van hun carrière goed (op)gevoed te worden met informatie over sportvoeding voor het verbeteren van hun prestatie, om blessures te voorkomen en voor het behoud en verbeteren van hun gezondheid. Vaak wordt er echter (te snel) gegrepen naar sportvoedingssupplementen. Omdat hier veel kaf onder het koren is, heeft NOC*NSF in factsheets aangegeven wat wel en wat geen effect heeft. Maar bij het gebruik van voedingssupplementen loert het dopinggevaar.

Supplementen en dopingrisico
Uit verschillende studies is gebleken dat voedingssupplementen vervuild kunnen zijn met dopinggeduide stoffen. Daarom worden topsporters hier ook voor gewaarschuwd en ze krijgen het advies om uitsluitend gebruik te maken van voedingssupplementen die op de lijst staan van het Nederlands Zekerheidssysteem Voedingssupplementen Topsport. Voor topsporters geldt: Goed geïnformeerd is het halve werk.

Moraal van dit verhaal
Met goed op de sporter en sport afgestemde sportvoeding is een wereld te winnen. Sportbonden en sportverenigingen hebben hierin een belangrijke taak in het regelen van goede sportvoedingskundige begeleiding van (jonge) aankomende topsporters en hun ouders. Voor een goed sportvoedingsadvies kun je het beste terecht bij de sportdiëtist. Meer weten wat Palsma Sportvoedingsadviesbureau voor jou kan doen? Kijk dan eens hier.
Oh ja, hou deze website in de gaten, want binnenkort volgt er nog meer specifieke sportvoedingsinformatie.

En ben je geïnspireerd voor een lekker fietstochtje dan is dit liedje zeker een aanrader. 



Extra nieuws:
Sinds enkele dagen is ook de website van Palsma Sportvoedingsadviesbureau online. Je vindt deze op http://www.sportvoedingsadvies.eu.
Tot 1 januari zal de blog ook nog via blogspot te lezen zijn. Na 1 januari is de blog alleen via de website beschikbaar en alle afleveringen zijn daar ook in het blogarchief te vionden. Als je de blog wilt blijven volgen, kun je je ook via de website abonneren op de nieuwsbrief. 

donderdag 12 juli 2012

Olympisch dilemma


Nog een paar weken en dan beginnen de Olympische Spelen in Londen. In Nederland woedt de discussie voort over de kosten van de Olympische Spelen van 2028. Als we dit sportevent naar Nederland willen halen zullen we ons land beter op de wereldkaart moeten zetten met betrekking tot sport, overgewicht en gezondheid. We willen minder mensen met overgewicht en meer mensen in beweging. Sport kost geld en is gebaat bij gezonde voeding. En laat daar nou net een sponsor-technisch probleem zijn… 
Ook bij de Olympische Spelen speelt dit probleem. De hoofd-sponsoren van de Olympische Spelen 2012 zijn namelijk Mc Donalds en Coca cola. Twee voedingsmiddelenproducenten die dik geld verdienen aan grote porties ongezonde voeding…
Maar dat kan toch ook anders.

Sponsoring reclame voor ongezonde producten
Sport is bedoeld voor plezier en gezondheid. Ook sportploegen worden gesponsord door het bedrijfsleven. Daar hoeft op zich niets mis mee te zijn, als het een bedrijf is dat zich bezighoudt met techniek en gezondheid voor een eerlijke competitie. Bedrijven die in artikelen handelen die minder gezond zijn, zoals Mc Donalds en Coca cola, kunnen door het sponsoren van een mondiaal sportevenement de indruk wekken dat hun producten toch wel een beetje gezond zijn en bij de sport passen.
Jacques Rogge, de voorzitter van het IOC heeft dan ook gemeld dat hij er moeite mee heeft dat deze twee bedrijven de grootste sponsors zijn omdat ze gelinkt zijn aan de toename van het obesitasprobleem in de wereld.
Toch is de combinatie industrie en gezondheid niet uniek.

Logo’s
Er is al menigmaal over de etikettering van voedingsmiddelen geschreven en op internet zijn verschillende fora die hier regelmatig aandacht aan besteden. Zoals al eerder gemeld hebben we in Nederland een oerwoud aan logo’s. Veel ervan zijn geïntroduceerd door belangengroepen van duurzaamheid, ecologische producten, maar een van de meest besproken logo’s is het “Ik kies bewust”-logo dat de komende tijd vervangen gaat worden door "Het Vinkje. Voordat een product dit logo mag voeren moet het aan een aantal eisen qua samenstelling voldoen. Dat dit soms leidt tot een vreemd gebruik van het logo is al eerder benoemd. Zodra het roer in handen gegeven wordt van de industrie en het toezicht afvlakt kan dit tot veel onduidelijkheid leiden en tot een wantrouwen tegen het logo. Is het werken met verschillende koepel- en brancheorganisaties een beter alternatief?

Convenant Gezond Gewicht
In Nederland kennen we sinds enkele jaren het Convenant Gezond Gewicht. Dit Convenant werkt samen met kennisinstituten en netwerken en organisaties die over specifieke kennis over overgewicht en obesitas beschikken, zoals het Centrum Gezond Leven van het RIVM en het Voedingscentrum. Daarnaast werkt het Convenant samen met partners uit de voedingssector, zoals de Nederlandse ZuivelOrganisatie en het Productschap Tuinbouw, organisaties uit het bedrijfsleven zoals de vakbond FNV en het Midden en Kleinbedrijf en vertegenwoordigers uit het onderwijs en de sport, zoals NOC*NSF.
Het Convenant ondersteunt een aantal projecten gericht op het behoud en het verkrijgen van een Gezond Gewicht. Hoe de geldstromen van alle betrokken organisaties lopen is mij niet bekend, maar door alle opbrengsten in een kas te storten en van daaruit de verschillende interventies te ondersteunen lijkt kansrijk.
Toch zijn er ook bedreigingen…

Investeerders nodig
Voor de ondersteuning van het Convenant Gezond Gewicht door kennisinstituten die door de overheid worden gesubsidieerd is het nodig dat deze over voldoende geld kunnen beschikken om hun werk te doen. Op dit moment lijkt dat een achilleshiel. Zo heeft de rechtbank van Utrecht op 10 juli het faillissement uitgesproken voor het Nederlands Instituut voorGezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ). Alle lopende projecten van het NIGZ worden nog wel afgerond, maar hoe het verder gaat is nog onduidelijk.
Ook andere instellingen op het gebied van sport en gezondheid die zich bezighouden met preventie hebben de afgelopen twee jaar fors ingeleverd. Toch lijkt er nog geld voldoende te zijn dat niet wordt ingezet. Al het geld dat in de derivatenhandel etc. is gestoken kan toch niet zomaar verdwenen zijn?

Mogelijke oplossing
Als alle overheden zich ook eens inzetten om al dat verdwenen geld weer boven water te krijgen zouden ze dat kunnen besteden aan allerlei zaken waar iedereen wat aan heeft. Zoals er door verschillende koepelorganisaties wordt bijgedragen aan Convenant gezond gewicht zouden ook sportbonden en andere brancheorganisaties geld beschikbaar kunnen stellen voor mooie sportevents, zoals de Olympische Spelen. Als de voedingsmiddelenindustrieën en anderen netjes belasting betalen en alle mensen die in de sport een hoog inkomen hebben nu eens een flink bedrag in de kas van de Olympische Spelen storten zouden ze daarmee de sport weer terug kunnen geven aan de sporters.
Het zou mooi zijn als multinationals zoals Mc Donalds en Coca cola niet op het sportveld opgesteld worden en dat de sponsoring van de Spelen echt het imago van “Gezond” mee kan krijgen.

woensdag 4 juli 2012

Één kopje koffie!


Heerlijk, de geur van vers gezette koffie! In Nederland is koffie een nationale drank. Koffie wordt vaak geassocieerd met wakker worden en blijven. Koffie is bekend en berucht vanwege de cafeïne. Deze stof stond op de dopinglijst bij de categorie stimulantia, maar dat is sinds 2004 niet meer het geval. Cafeïne kan de sportprestatie verbeteren als het maar goed wordt toegepast. Cafeïne-houdende energydrinks zijn hiervoor minder geschikt.
Terwijl de Tour de France net een week bezig is en de Olympische Spelen op 27 juli van start gaan is er alle reden om naar de voor- en nadelen van het gebruik van cafeïne in de sport te kijken.

Cafeïne in de sport
Sinds januari 2004 staat cafeïne niet meer op de dopinglijst. Voor die tijd werd cafeïne tot de dopingcategorie van de stimulantia gerekend. Cafeïne werkt wel stimulerend, maar blijkt bij gebruik in normale hoeveelheden niet schadelijk voor de gezondheid. Bij een optimale hoeveelheid kan cafeïne zorgen voor extra alertheid waardoor sporters net iets scherper zijn en minder (snel) last hebben van vermoeidheid, zo is onlangs ook door de European Food and Safety Authority(EFSA) bevestigd. Cafeïne kan tot een betere mentale prestatie en een verminderde pijnwaarneming leiden waardoor de sporter nog iets dieper kan gaan. Het is belangrijk dat er wel een goede dosis wordt gebruikt.

Hoeveel is er nodig?
Als optimale hoeveelheid wordt 3-6 mg per kg lichaamsgewicht aanbevolen. Een persoon van 70 kg zou vlak voor een prestatie 3 tot 6 kopjes koffie moeten drinken om er baat bij te hebben. Daarom is het voor topsporters doorgaans handiger om een cafeïnepreparaat te gebruiken, zodat er vlak voor de inspanning ook voldoende hypo- of isotone sportdrank kan worden gedronken.
Voor topsporters geldt dat het cafeïne-preparaat op de lijst dient te staan van het Nederlands Zekerheidssysteem Voedingssupplementen Topsport om de kans op een vervuild supplement en een positieve dopingtest te vermijden. Voor recreatieve sporters kan een verbetering van de alertheid worden bereikt met één kopje koffie. Als de recreant 1-3 kopjes koffie drinkt kan hij of zij al het voordeel hebben van een groter uithoudingsvermogen.

Cafeïne is ook te vinden in cafeïne-houdende energydrinks.

Cafeïne in energydrinks
Soms zie je wel eens sporters met een blikje van een drankje waarvan in de reclame eens beweerd werd dat je er vleugels van kreeg, maar helaas duurt die energy niet zo lang...
Naast de cafeïne kunnen energydrinks ook cafeïne-houdende stoffen als kola nut en guarana bevatten, waardoor het drankje dus meer cafeïne levert dan er op het etiket staat vermeld. Omdat het cafeïnegehalte van kola nut en guarana varieert is het dus
onduidelijk hoeveel cafeïne een drankje met deze ingrediënten werkelijk bevat. Zie ook: Energydrink maakt vleugellamReden om extra op te letten. Het is nog maar een paar weken geleden dat de GGD-Nederland adviseerde om de verkoop van cafeïne-houdende energydrinks aan banden te leggen voor kinderen, omdat die er erg onrustig van kunnen worden. Inmiddels raadt het Voedingscentrum af om deze drankjes aan kinderen beneden 13 jaar te geven. Bovendien zijn er voor kinderen andere dranken die beter voor hen zijn, zoals water.
En over water gesproken: hoe zit het eigenlijk met de vocht-afdrijvende werking van koffie?

Water bij de koffie nodig?
Mensen die bij (moeten) houden hoeveel vocht ze drinken twijfelen wel eens of ze de kopjes koffie ook mee moeten tellen, omdat “koffie vocht-afdrijvend werkt”. Uit de resultaten van verschillende onderzoeken wordt dit bij gebruik van een normale hoeveelheid (5 kopjes per dag) echter niet bevestigd. Wellicht wordt het vochtverlies op een later tijdstip weer aangevuld. Bovendien blijkt het lichaam van koffie en theedrinkers aan de cafeïne-inname te wennen waardoor zij minder vochtverlies ervaren.
Er is nog meer informatie over dit onderwerp te vinden in de folder “Koffie en bewegen”.

Samengevat
1. Cafeïne is geen doping.
2. Het prestatie-verhogend effect is te merken als er 3 tot 6 mg/kg lichaamsgewicht wordt gebruikt.
3. Voor sporters is het gemakkelijker om een optimale hoeveelheid cafeïne in te nemen met behulp van een preparaat. Let er echter wel op dat dit aan de eisen voor het NZVT voldoet.

4. Recreatieve sporters kunnen al alerter worden na het drinken van één kopje koffie en ze kunnen meer uithoudingsvermogen bereiken als ze 1-3 kopjes koffie nemen.
5. Energydrinks met kola nut en guarana bevatten meer cafeïne dan er op het etiket staat.
6. Cafeïne leidt niet tot extra vochtverlies tijdens sport.

Tot slot
Gelukkig hoeven de sportende koffieliefhebbers hun kopje(s) koffie niet te mijden op de dagen dat het erom spant. Ze hoeven zich geen zorgen te maken over een positieve dopingtest. Het kan zelfs helpen om goed te trainen op het ritme van "Ëén kopje koffie".
En wie de limiet(en) voor Londen niet gehaald heeft, maar wel mogelijk zicht heeft op Rio de Janeiro kan zich alvast goed voorbereiden op het ritme van "The Coffee Song".